Het utopia van de Spanjaarden was lang geleden El Dorado (letterlijk vertaald de vergulde), een mythisch land vol goud in Zuid-Amerika. Ze hoorden een legende van de indianen dat er een koning zou zijn die een bad nam in een meer, Parima, en er dan telkens helemaal bedekt met goud terug uit kwam. De Spanjaarden, die in die tijd nogal belust waren op goud, gingen natuurlijk meteen op zoek naar Parima. Op Spaanse kaarten van de 16de en 17de eeuw staat deze plaats zelfs aangeduid, ook al hebben ze het gouden meer nooit echt gevonden. Het was wat raar dat de legende uitgerekend van de indianen kwam, die helemaal niet blij waren met al die goudzoekers. Want het grote nieuws bereikte niet alleen Spanjaarden, maar ook Nederlanders, Fransen en Engelsen. Heel Zuid-Amerika werd binnenstebuiten gekeerd, en het meer van Guatavita werd zelfs een keer gedeeltelijk leeggepompt. Al deze expedities hadden dan toch een resultaat: de ontdekking van de Amazone, die zo genoemd werd omdat de ontdekkingsreizigers aangevallen werden door een stam die uit alleen vrouwen bestond.
Maar de indianen zullen er hun redenen wel voor gehad hebben zeker, of misschien bestaat het meer dan toch echt?
De kans is klein, want waarschijnlijk hebben de Spanjaarden de legende gewoon gehoord zoals ze hem wilden horen. Dat gebeurt wel vaker met verhalen. Er was echt een indianenstam die een speciaal inwijdingsritueel hadden voor een nieuwe koning: de Muiscas. Dit beeldje toont dat.
De ceremonie ging als volgt: wanneer er een nieuwe koning was, peddelden ze ermee naar het midden van een meer, ze bedekten de koning met iets plakkerigs en goudpoeder en lieten hem zo in het water gaan om de onderwatergoden blij te maken. Ze gooiden er dan ook nog wat edelstenen en gouden munten achterna om zeker te zijn. Helemaal het omgekeerde van wat de Spanjaarden ervan gemaakt hadden dus. Bummer.
Er zijn vandaag de dag verschillende dorpen en steden met de naam El Dorado in Amerika, maar helaas zijn de straten daar niet bedekt met goud.